Drieluik VS in de Wzd: in gesprek met Arie Berg, VS in de Wzd-Praktijktuin
“Als VS-GGZ in het verpleeghuis heb ik een consultatieve functie en houd ik mij ook bezig met de implementatie van de Wet zorg en dwang. Naast de uitdagingen die we daarbij kennen in het verpleeghuis, zijn er minstens zoveel uitdagingen buiten het verpleeghuis: in de ambulante praktijk.” Arie is een echte pionier op dit gebied.
Arie Berg werkt 2 dagen per week bij Zorggroep Solis in Deventer met veel ervaring in de psychiatrie. Als VS is hij een vraagbaak voor zorgteams en collega behandelaren bij probleemgedrag. Binnen het expertteam-Wzd houdt hij zich bezig met onderwerpen als bemoeizorg(1) en ook de Wzd-Praktijktuin(2). “De aanleiding van deze praktijktuin is dat VWS heeft ingezien dat er goede redenen waren waarom de ambulante implementatie niet van de grond kwam. Veel beroeps- en brancheorganisaties (zoals Verenso, V&VN en LHV) adviseerden hun leden om de Wzd in de wijk niet te gaan toepassen zonder aanvullende voorwaarden en voorzieningen. Actiz heeft daarop landelijke Praktijktuinen opgezet om daarmee te kunnen experimenteren. Ondanks dat de wet al vanaf 1 januari 2020 -ook thuis- van kracht is (de wet volgt de cliënt met dementie of verstandelijke beperking), zijn de verpleeghuizen toch vooral druk met de interne implementatie, vertelt Arie.
De Wzd-Praktijktuin gaat dus over onvrijwillige zorg in de thuissituatie. We kennen in de verpleeghuizen vele uitdagingen, wat is nu precies het doel van deze praktijktuin?
Het doel van de praktijktuinen is om binnen de Wzd te kunnen experimenteren en zichtbaar te maken waar de mogelijkheden en beperkingen liggen. Daarbij is het doel van de Wet zowel het voorkomen- of terugdringen van dwang, als het toepassen daarvan om ernstig nadeel en gedwongen opname te voorkomen. Arie vervolgt: “En we weten inmiddels uit onderzoek van Jan Hamers en collega’s in Maastricht(3) dat bij ca. de helft van de thuiswonende mensen met dementie een of andere vorm van dwang wordt toegepast. Meestal ingezet door familie of mantelzorgers, zoals verdekken van medicatie of toch de deur op slot draaien, vaak ook ondersteund of gedoogd door de thuiszorg. Dat gebied weten we nog maar weinig van, maar vormt een uitdaging voor ons als V&V sector. Helemaal als er thuiszorg is, want dan valt deze zorg ook onder de verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie in samenwerking met de huisartsen. Daarnaast is het binnen de Wzd nu mogelijk om bepaalde vormen van onvrijwillige zorg thuis in te zeten, een mildere vorm (met in acht neming van de proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit), om opname te voorkomen. De BOPZ was een opnamewet en wat ik interessant vind is hoe je onvrijwillige zorg ambulant kunt inzetten -dus zonder opname- om ernstig nadeel te voorkomen. En het betreft veel interventies binnen het verpleegkundig domein.”
Dus wanneer er ernstig nadeel is in de thuissituatie kijken we eerst naar alle vrijwillige alternatieven om het ernstig nadeel af te wenden en als dat niet lukt dan de minst ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg in te zetten. Deze stappen nemen we ook in het verpleeghuis, wat is jouw ervaring tot nu toe in de praktijktuin hiermee?
Er zijn zes organisaties als praktijktuin geselecteerd, met diverse reikwijdte: “De organisatie waar ik werk is onderdeel van Salland United en heeft daardoor een groot geografisch gebied met veel verschillende disciplines die veel kennis hebben. Zo wordt deze kennis gedeeld in webinars met juridische, financiële en zorginhoudelijke onderwerpen. Daarnaast is er een soort Teams-netwerk voor het raadplegen van collega’s bij ingewikkelde casussen of vragen die er leven. Hier zijn veel wijkverpleegkundigen, huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde bij betrokken.” Daarnaast is de grootste uitdaging om met elkaar te onderzoeken wat er momenteel ingezet wordt omdat niet alle collega’s bewust lijken te zijn van de onvrijwillige zorg, een deur is snel op slot gedaan vervolgt Arie: “Er is een heel mistig gebied, omdat het voor een deel buiten ons gezichtsveld ligt en voor een deel omdat we het niet zien als onvrijwillige zorg. Hierdoor is de bewustwording nog beperkt. Binnen een Expertiseteam worden momenteel casussen besproken en uitgewerkt om hierin structuur te brengen.”
De praktijktuin is er om te onderzoeken welke uitdagingen en knelpunten er zijn. Maar er zijn vast ook kansen zichtbaar, hoe kijk jij daarnaar?
Arie begint enthousiast te vertellen: “Het mooie van praktijktuinen is dat je verschillende wegen kunt bewandelen naar je doel en kan uitproberen wat de mogelijkheden zijn met wat er al is, in plaats van iets nieuws te creëren. Er zijn meerdere leernetwerken, daar bespreken we met verschillende disciplines de casuïstiek. Dit is enorm waardevol.” Ook voor zijn eigen rol als Verpleegkundig Specialist uit het verpleeghuis wordt hij in de thuiszorg vaker gevraagd als onafhankelijk deskundige. Zo wordt de kennis uit het verpleeghuis ook gebruikt bij de zorg thuis. “Na het succesvolle experiment met de VS als Wzd-functionaris binnen het verpleeghuis(4) is het onder de Praktijktuin nu ook mogelijk dat ik die rol ambulant kan gaan vervullen. Ik acht mezelf daartoe bekwaam, mede door mijn ervaring met bemoeizorg binnen de ggz.”
Als laatste, wat vind je van de conclusie van de onderzoekers van de wetsevaluatie die schrijven dat er nagedacht moet worden of de Wzd een goede wet is als de implementatie zo intensief en zo lang begeleiding vraagt?
Arie knikt instemmend: “Dat komt mij zeer bekend voor. Deels heeft het te maken met beslommeringen die nu eenmaal aan nieuwe wetgeving vast zit, vooral extra lastig in tijden van corona waarin organisaties op hun grondvesten schudden. Bovendien zal nog moeten blijken of een aparte wet voor mensen met dementie of verstandelijke beperking -naast de Wvggz- enig voordeel oplevert. Maar het uitgangspunt van de wet blijft gewoon wat mij betreft overeind en buitengewoon nuttig. In de praktijk van het verpleeghuis zie ik ook dat dit heel degelijk en deugdelijk wordt uitgevoerd. Administratie hiervan is nog moeizaam, maar de principes worden wel degelijk gehanteerd. Een hobbel die te nemen is. Maar in de eerste lijn durf ik daar nog geen voorspelling aan te wagen, want in de wijkverpleging heb je met vele aspecten te maken die het niet makkelijker maken: alles draait om communicatie. Er zijn veel verschillende organisaties bij betrokken, zoveel partijen die allemaal hun eigen manier van doen en registratie hebben: ik denk dat dit het grootste knelpunt gaat worden om alle betrokken partijen snel en kordaat bij elkaar te brengen.”
Als laatste in de drieluik hebben we een bijzondere gast waarmee we in gesprek mogen gaan, volg ons op Twitter of LinkedIn, of kom hier over enkele weken terug voor een update!
(1) Bemoeizorg en ambulante onvrijwillige zorg. https://link.springer.com/article/10.1007/s41184-021-1053-1
(2) Praktijktuinen van Actiz. https://www.actiz.nl/praktijktuinen-wzd
(3) Hamers JP et al. Behind Closed Doors: Involuntary Treatment in Care of Persons with Cognitive Impairment at Home in the Netherlands. J Am Geriatr Soc. 2016 Feb;64(2).
(4) VS als Wzd-f: https://www.venvn.nl/nieuws/verpleegkundig-specialisten-kunnen-prima-de-noodzaak-van-onvrijwillige-zorg-toetsen/